Recent

Het Microbioom

Door Moritz Warmbrunn

Verschillende processen in het lichaam dragen bij aan het ontstaan en in stand houden van obesitas. Volgens recent onderzoek spelen bacteriën in de darm, ook wel het "darm-microbioom" genoemd een belangrijke rol bij de ontwikkeling van overgewicht en obesitas. Maar is dat wel zo?

Overgewicht en obesitas is complexer dan de simpele ophoping van overtollige calorieën.
Overgewicht en obesitas is complexer dan de simpele ophoping van overtollige calorieën. Nieuw commissielid van de Nederlandse Obesitasstichting, dokter Moritz Warmbrunn schreef recent een overzichtsartikel over de rol van het microbioom bij veranderingen in het lichaam door obesitas in het vaktijdschrift: Gastroenterology.
Microbioom en Obesitas

Eén op de zeven Nederlanders had obesitas in 2019, dat wil zeggen een BMI > 30 kg/m2, blijkt uit cijfers van het CBS. Bij mensen met obesitas treden er veranderingen in het lichaam op. Zo zorgt de ophoping van vetcellen rond de buik ervoor dat de suikerhuishouding minder goed werkt, ook de bacteriën in de darmen, het zogenaamde microbioom van de darmen, heeft een andere samenstelling. Er zijn aanwijzingen dat veranderingen in het darm-microbioom invloed hebben op de algehele gezondheid. Of deze veranderingen in bacteriën de oorzaak of het gevolg van obesitas zijn is echter nog niet helemaal duidelijk. Dit artikel is een verkorte samenvatting van het overzichtsartikel “… The Intestinal Microbiota Associated With Obesity, Lipid Metabolism, and Metabolic Health—Pathophysiology and Therapeutic Strategies”, dat afgelopen januari verscheen in het Engelse vaktijdschrift Gastroenterology in een speciale uitgave over het microbioom.

Microbioom en Lichaamsgewicht

Studies die gebruik maken van transplantaties van ontlasting (fecestransplantaties) hebben laten zien dat het microbioom van de darmen het lichaamsgewicht kan beïnvloeden. Als bijvoorbeeld muizen met een normaal gewicht de ontlasting van muizen of mensen met overgewicht ontvangen, nemen de muizen ook in gewicht toe. Er zijn ook enkele gevallen bij mensen bekend waarbij een fecestransplantatie van een donor met overgewicht resulteerde in een gewichtstoename bij een ontvanger zonder overgewicht. Hoe dit kan is nog niet helemaal duidelijk, maar één factor die hieraan bijdraagt is, dat er bij mensen met overgewicht meer bacteriën groeien die makkelijk energie vrijmaken uit voeding. Deze overgroei ontstaat bij een dieet met veel hoogenergetische voeding (hoog in vet en suiker). Het belang van het microbioom bij opname van voedsel uit de darmen blijkt ook uit een studie met antibiotica. Muizen die antibiotica kregen hadden een verminderde absorptie van voedingsstoffen uit de darmen tot 24 uur na antibiotica toediening.

In het algemeen is dieet de belangrijkste factor die het microbioom van de darmen beïnvloedt. Met name een dieet hoog in vezels is geassocieerd met een betere suikerregulatie in het lichaam. Daarnaast verhoogtd suppletie van resveratrol, een stofje dat bijvoorbeeld in de schil van blauwe druiven voorkomt, het energieverbruik bij muizen en neemt de hoeveelheid ‘slechte’ vetcellen af.

Microbioom en Cholesterol

Er zijn verschillende redenen waarom Hhet microbioom is een belangrijke speler op het gebied van vetten in het lichaam, is, bijvoorbeeld vanwege de omzetting van galzouten. Galzouten zijn belangrijk om ervoor te zorgen dat vetten vanuit de darmen in het lichaam opgenomen kunnen worden. Om galzouten goed te laten werken, moeten ze veelal een klein beetje veranderd worden, en dit gebeurt vaak door bacteriën in de darmen. Daarnaast zijn er ook interessante gegevens van studies met muizen zonder bacteriën. Deze muizen hebben namelijk een lagere hoeveelheid vetten en cholesterol in het bloed (zoals triglyceriden, totaal cholesterol en HDL-cholesterol). Alleen lijkt het bij mensen toch een beetje anders te zijn, omdat het microbioom bij studies in mensen alleen ongeveer 5% van de variatie vetten en cholesterol (zowel goed als slecht cholesterol) in het bloed kan verklaren.

Microbioom en Suikerhuishouding

Zoals al eerder genoemd produceert het microbioom van vezels stoffen die opgenomen worden in het lichaam. Onder andere korteketenvetzuren, zoals butyraat, lijken goed te zijn voor de insulinegevoeligheid. Daarnaast kan het microbioom van het aminozuur tryptofaan ontstekingsremmende stoffen produceren, echter alleen bij een gezonde samenstelling van de bacteriën in de darmen. Een veranderde samenstelling die soms bij obesitas of suikerziekte gezien wordt, leidt niet meer tot de productie van deze voordelige stofjes. Een ander aminozuur, histidine, lijkt bij muizen juist te zorgen voor een verslechtering van de suikerhuishouding, terwijl een studie van vrouwen met overgewicht juist een verbetering van de suikerhuishouding door histidine inname zag. In het algemeen lijkt het erop dat het microbioom de gezondheid kan ondersteunen bij een goede samenstelling,en maar bij een afwijkende samenstelling ook nadelige gevolgen kan hebben. Het is overigens nog niet duidelijk hoe een gezonde samenstelling er dan uit zou moeten zien.

Microbioom verbeteren

Er zijn een aantal interventies onderzocht die de samenstelling van het microbioom veranderen en ook de gezondheid verbeteren. Dit artikel licht alleen een beperkte selectie toe. Intermitterend vasten, een dieet waarbij alleen tijdens een bepaald tijdsbestek gegeten mag worden, heeft voordelige effecten op gewichtsverlies, energieverbruik en metabole gezondheid bij studies met mensen. Met metabole gezondheid wordt de energieverwerking zoals de suikerregulatie in het lichaam bedoeld. Dat de voordelige effecten van intermitterend vasten met het microbioom te maken hebben komt omdat het microbioom een belangrijke rol speelt bij de effecten van intermitterend vasten, zoals bij gewichtsverlies en een verbeterde suikerhuishouding. De positieve effecten van intermitterend vasten kunnen bijvoorbeeld van een muis die aan het vasten is tijdelijk verplaatst worden naar een muis die niet aan het vasten is door middel van een fecestransplantatie. Daar komt nog bij dat deze voordelige effecten niet gezien worden bij muizen die vasten maar geen bacteriën in de darmen hebben.

Zoals ook uit dit artikel blijkt, komen tot nu toe nog veel inzichten over de effecten van het microbioom van muizenstudies en is het nog steeds niet helemaal duidelijk of bacteriën in de darmen oorzaak of gevolg zijn van veranderingen in het lichaam die optreden bij obesitas of suikerziekte. In de afgelopen jaren worden steeds meer relevante studies in mensen uitgevoerd. Afhankelijk van de uitkomst van deze studies zal blijken hoe effectief behandelingen gericht op het microbioom zijn om de gezondheid te verbeteren en aan welke voedingsadviezen dit gekoppeld kan worden.